Waarom hebben sommige mannen meer borstontwikkeling dan andere mannen?
​
Als baby hebben zowel meisje als jongens klierschijfjes achter de tepel. In de pubertijd zal onder invloed van hormonen bij meisjes borstvorming ontstaan. Ook bij jongens komt het regelmatig voor dat in de pubertijd onder invloed van hormonen de borstklieren gaan opzwellen. Meestal is dat aan beide kanten, maar het kan ook wel eens enkelzijdig zijn. Op babyleeftijd en in de pubertijd is deze borstklierzwelling bij de man “fysiologisch”. Dat wil zeggen dat het niet abnormaal is, maar een normale reactie is van de borstklier op hormonen. Vanaf middelbare leeftijd kan de borstklier bij de man ook toenemen tgv een relatieve afname van de mannelijke tov de vrouwelijke hormonen.
​
Wanneer de gynaecomastie niet-fysiologisch is, kan de gynaecomastie ontstaan zijn:
-
Als bijwerking van bepaalde medicijnen of middelengebruik zoals marihuana
-
Als reactie op stofwisselingsveranderingen bij lever- of nierziekte.
-
Bij verandering in de productie van de hormonen (te weinig productie door de zaadbal, stress) of bij het slikken van hormonen.
-
Bij hormoonproducerende gezwellen van zaadbal of luchtwegen.
-
Als borstkanker bij de man.
Vaak echter kan er bij een niet-fysiologische gynaecomastie geen oorzaak worden gevonden. Er kan overigens ook sprake zijn van pseudo-gynaecomastie: de borstklier zelf is dan niet afwijkend, maar door vetafzetting zijn er “borsten” ontstaan.
​
Welke klachten kan gynaecomastie geven?
Er kunnen cosmetische bezwaren zijn, dat wil zeggen dat men de gynaecomastie niet bij het lichaam vindt passen. Het kan ook hinderlijk zijn, bijvoorbeeld bij het dragen van bepaalde kleding of van een rugzak. Soms worden pijnklachten aangegeven.
​
Is er nog nader onderzoek nodig?
Wanneer de kans op niet-fysiologische gynaecomastie aanwezig is kan aanvullend onderzoek worden ingezet. Dat kan een bloedafname zijn om bepaalde stoffen in het bloed te kunnen onderzoeken. Er kan een echo worden gemaakt van de borstklier, van de zaadballen en/of van de lever. Soms wordt er een röntgenfoto gemaakt van de borstklier en/of van de longen. Bij het vermoeden van een kwaadaardige aandoening kan een celonderzoek worden ingezet na een “punctie”. Er wordt dan met een naaldje in het weefsel geprikt om cellen te verkrijgen.
​
Wat zijn de behandelingsmogelijkheden?
Bij fysiologische gynaecomastie is geruststelling en een afwachtende houding gerechtvaardigd. Bij niet-fysiologische gynaecomastie zal afhankelijk van de oorzaak een behandelingsplan worden opgesteld. Zo zal, wanneer de gynaecomastie bijvoorbeeld het gevolg is van medicijngebruik, bekeken worden of het medicijn kan worden vervangen of worden gestopt. Bij kanker wordt een behandelplan opgesteld door het team oncologie.
​
De operatie
De methode die gebruikt wordt, hangt af van het type gynaecomastie en van de ernst van het probleem. Er worden drie technieken gebruikt, ofwel afzonderlijk van elkaar, ofwel gecombineerd.
De meest eenvoudige methode die wordt gebruikt bij kleinere hoeveelheden vetweefsel is het vet weghalen door middel van liposuctie. Dit heeft echter geen zin wanneer de huid is uitgerekt of wanner er stevig klierweefsel aanwezig is. Wanneer er sprake is van een aanmerkelijk huidoverschot, wordt de techniek van een borstverkleining toegepast. Deze techniek gaat gepaard met meer littekens en brengt dus het risico met zich mee dat de patiënt zijn probleem, waar hij zich al over schaamde, vervangt door een nieuw probleem, namelijk littekens. De meest voorkomende methode is een techniek die bestaat uit het onderhuids verwijderen van het klierweefsel gecombineerd met liposuctie.
Na de operatie wordt vaak een drain gebruikt en een compressieverband aangebracht.
​
Mogelijke complicaties van de operatieve behandeling
Geen enkele ingreep is vrij van de kans op complicaties. Zo zijn er ook bij deze operatie de normale risico”s op complicaties van een operatie, zoals nabloeding, wondgenezingsproblemen, infectie, asymmetrie, gevoelloosheid tepel, necrose, .... maar ook trombose, longontsteking, ..... Absolute symmetrie bij dubbelzijdige operaties is niet te garanderen. Soms is het noodzakelijk om een aanvullende operatie uit te voeren voor het verkrijgen van een goed eindresultaat.
​
Na de operatie
Na de operatie zal het operatiegebied gevoelig zijn. Meestal is een eenvoudige pijnstiller voldoende om het ongemak te verlichten. De eerste zes weken na de operatie wordt aangeraden niet zwaar te tillen en te fitnessen of te sporten. Om de wondgenezing te ondersteunen en om oedeemvorming en zwelling na de ingreep te voorkomen moet u gedurende 6 weken een steunend korset/ jasje dragen. Uiteraard kunnen door wondvocht en bloeduitstortingen de borsten de eerste paar dagen tot een week wat gezwollen zijn. Dit verdwijnt vanzelf. Na twee weken worden de hechtingen verwijderd.
​
​
​